Voor een podoloog is het interessant om te kijken hoe een gedragen schoen er uit ziet.
Het Hielstuk (contrefort) en het bovenwerk is vaak meegegaan met de bewegingen van de voet.
1 |
![]() |
Dit is de juiste wijze van slijtage. De buitenkant van de hak komt het eerst aan de grond. Hierdoor kan de voet een klein beetje naar binnen kantelen (pronatie). En die kleine kanteling is de schokdemping van de landing. De zool van de voorvoet wordt egaal gebruikt en de het laatste deel van de afwikkeling verloopt over de grote teen |
|
2
|
![]() |
Dit lijkt een mooie symmetrische afwikkeling. Maar de hiellanding is midden op de hak en mist daardoor de demping. De zool is heel ver naar voren belast. Wellicht een te kleine schoen? |
|
3 |
![]() |
De voet landt aan de buitenzijde. Alle slijtage is te zien aan de binnenzijde van de schoenzool. Er is ook een zware druk op de binnen bal van de voorvoet. Er is relatief weinig grond contact. Dit soort slijtage patronen zie je vaak bij kinderen met een knikvoet die onvoldoende opvang hebben in de zool |
|
4
|
![]() |
De slijtage van de hak geeft aan dat de voet/hak naar buiten gekanteld staat (supinatie). De belasting gaat helemaal over de buitenkant van de voet. | |
5
|
![]() |
Hier zie je dat de belasting helemaal aan de binnenzijde ligt. Hier is waarschijnlijk sprake van een knikplatvoet. De voet kantelt veel te ver door naar binnen. |
|
6 |
![]() |
Dit is een typische slijtage van een schoenzool waarbij het midden gedeelte van de schoen (cambreur) helemaal is doorgezakt. Vaak zie je dit soort slijtage bij een forse platvoet in combinate met een schoen met een zwakke cambreur. De slijtage van de loopzool begint ook al ver achterin de zool. Dit wijst eveneens op een zware platvoet. |